zondag 8 mei 2011

Bezoek van het thuisfront

Mae, qué vida (vertaling: “maat, wat een leven” :p). Aan sommige dingen ben ik intussen min of meer gewoon, maar als ik even stilsta bij wat ik aan het doen ben, kan ik toch niet altijd geloven wat mij weer allemaal overkomt. Het wordt er telkens beter op. Ik sta voor steeds meer dingen open en word telkens gelukkiger; het één brengt het ander met zich mee en omgekeerd.

De reis met mama en papa Mertens was puur genieten. De combinatie van elkanders gezelschap, de Costa Ricaanse natuur en de hartverwarmende vriendelijkheid van de Ticos, maakten het plaatje compleet. We ontmoetten elkaar in San José. 


Na een dagje citytrippen trokken we met een huurwagen naar het westen waar we in Tamarindo (Pacifische kust) al zonnebadend konden uitrusten en bovendien een danske placeerden.

Aan het hotel spotten we een kameleon:Er huisden ook leguanen:




Daarna op naar Rincon de la Vieja in het noorden waar we ons door de vulkaan en haar stinkende stomende ‘mudpots’ lieten begeesteren en enigszins de waaghals uithingen ;).



Terug zuidoostwaarts zochten we mijn maatjes van Rancho Margot op en trokken we te paard de bossen door in het supergroene Arenal.

  Hier zagen we eindelijk een tucan:
Ja, waar water was, moest onze pap uit de kleren...




Als kers op de taart belandden we natuurlijk bij mij thuis in Monteverde.

Aan deze waterval kon onze pap zich compleet niet houden en ging bijgevolg volledig naakt om een duik te nemen in het ijskoude water. Die foto heb ik echter bij voorbaat gecensureerd.

 In de Tree House speelden de mannen van de marimba (= xylofoon) een verjaardagslied voor ons mam; dat ze pas in juni verjaart was van geen tel.


Natuurlijk moesten we de canopy doen.
Hier samen met mijn beste Zwitserse vriendin, Marianne, die intussen weer naar Zwitserland is teruggekeerd.





Het was heel bijzonder mijn ouders te kunnen tonen wat het juist is dat me hier zo gelukkig maakt. Hoewel ze op het einde nog niet weg wilden, verliep het afscheid toch uitgelaten; waarschijnlijk omdat ze wisten dat ik in goede handen ben en natuurlijk omdat elke dag van de reis de moeite waard was geweest.

Toen ons mam en onze pap vertrokken waren, ben ik meteen in actie geschoten. Hoewel ik enorm geniet van te gaan dansen na een lange werkdag, besloot ik minder op stap te gaan en ’s morgens vroeger op te staan. In plaats van dagelijks een half uurtje te lopen, doe ik voortaan ochtendlijke verkenningstochten. Monteverde is supermooi. Intussen hebben mijn voeten al veel bos- en bergpaadjes bewandeld. Ook dankzij nieuwe relaties (zowel met leuke meisjes als knappe jongens, hehe) trek ik nu meer hogerop naar Monteverde. Eerst bleef ik nogal veel beneden in Santa Elena hangen. Nu verken ik Monteverde in zijn volledige uitgestrektheid en kom ik bovendien met andere, meer diverse, kringen in contact. Niet meer enkel salsa-, pop-, en reggaenights, maar nu ook reggae-optredens, ecofestivals en elektrofeestjes. Monteverde heeft veel te bieden en ik begin er steeds meer de vruchten van te plukken.



 De ‘strangler’ is een vijgenboom die rondom een andere boom groeit. Doordat hij de binnenste boom alle nutriënten ontneemt, sterft de binnenste langzaam. Daardoor is de binnenkant van de strangler na verloop van tijd hol. De boom op deze foto hebben we helemaal (vanonder in het rechtse stuk begonnen) tot boven in de kruin beklommen, zo’n 40 meter boven de grond. In de kruin kan je relax met een aantal mensen zitten en word je rustig heen en weer gewiegd als er een windje opsteekt. 


Hier zat een bende apen waarvan er eentje met kindje op de rug vlijtig van de ene naar de andere boom sprong.


Eindelijk een foto van een agouti kunnen nemen.

Een schorpioen op straat. Gelukkig ben ik er nog geen onder mijn kussen of in mijn broek tegengekomen, want die kunnen naar ‘t schijnt serieus pijnlijk bijten.


Deze pad is supergiftig, maar niet echt gevaarlijk voor de mens omdat ze ons niet als bedreiging beschouwen.




Qua exotisch voedsel heb ik ondermeer de vrucht marañon leren kennen evenals cuajada, een soort zachte kaas die vooral in Nicaragua wordt gemaakt. Verder ben ik intussen helemaal weg van en daarom vaste klant in het Bosque Eterno de los Niños of Children’s Eternal Rainforest dat misschien zelfs mooier is dan het eigenlijke cloudforest reserve in Monteverde. Via de eindeloze bospaadjes en door de rivier over te steken, ben ik verzeild geraakt in de Finca Ecologica waar ik een grote lange giftige slang met grijs en blauw tegenkwam. En best uitzonderlijk: waar twee rivieren samenkomen heeft mijn exploratiecompagnon vorige week een warmwaterbron ontdekt. Er is al een stenen zwembad rondgebouwd, echt een paradijs. Het bestaan van deze plek moet ik hier echter strikt geheim houden, want mijn maat wilt niet dat dit toeristisch wordt. Daarnaast verschiet ik nog dagelijks van de bangelijke uitzichten vlakbij huis en om ‘s ochtends op een meter afstand dieren zoals apen, pizotes, agoutis, vlinders, verschillende soorten eekhoorns, vogels zoals kolibrie, zonvogel (ave sol), gier, quetzal, … tegen te komen is toch echt supermaf.
Mae, qué vida.

Knipoog van Kaat