woensdag 22 december 2010

Het echte leven in Monte Verde

"¡Hola, buenos días! ¿Comó está?
Bien, gracias. ¿Y usted?
Pura vida..."

Altijd leuk om zo de dag te beginnen. Ook als blijk van dank, uiting van genoegen of na een misverstand is 'pura vida' de gebruikelijke zegswijze. Intussen spreek ik al een aardig mondje Spaans en hoeft het niet bij eenvoudige onderwerpen te blijven. Het doet deugd te merken dat ik evolueer, want ik ben ervaringsdeskundige: het is niet simpel om in een vreemd land een vreemde taal onder de knie te krijgen. Waarschijnlijk is dit wel de meest efficiënte manier, maar het kan heel frustrerend zijn, temeer in periodes dat het lijkt alsof je niet vooruit komt. Ook omdat de mensen niet altijd geduld blijven hebben, is het soms lastig. Maar ik geef niet op en ga er elke dag voor. 

Op het werk gaat het goed. Behalve dat het tot begin deze week in Monte Verde behoorlijk stil was wat betreft toerisme. Zowaar iedereen hier werkt hier in toerisme, dus het is een big deal. Het is een belangrijk onderwerp in de straat. Even baarde het mensen zorgen, maar nu maken ze zich gelukkig toch klaar voor de grote 'rush'. Ik besef ineens dat ik nog geen degelijke foto heb van de Tree House. Op een dag kwam er wel een cameraploeg van een talkshow uit de VS en twee mensen van de crew hebben toen de boom beklommen. Ik wou dat vastleggen op foto, dus hier de boom by night:


Elvis (één van mijn campañeros) kon het natuurlijk niet laten voor de camera te springen. Dit is echter de enige foto die ik tot dusver heb.
Het weer in Monte Verde is blijkbaar frisser geweest dan ze hier gewoon zijn en ook toeristen bevalt dat uiteraard niet altijd. In Monte Verde heerst een vreemd klimaat. ’s Morgens schijnt de zon doorgaans. Rond de middag komt er meestal een wolk aangedreven en die sprankelt wat. Maar omdat we ons dan midden in die wolk begeven, schijnt de zon nog, dus om de 100 meter kom je een gigantische regenboog tegen. Echt gek hoor. ’s Avonds wordt het wat frisser en is een trui of regenjas aangeraden. Het kan hier waaien dat het niet normaal is. Als dit bij ons zou voorkomen, zouden de mensen schrik krijgen, maar het hoort bij Monte Verde. De bomen en huizen blijken de rukwinden zonder barsten te doorstaan. Ik vind het niet echt koud, maar de mensen hier klagen wel van de kou. Blijkbaar vertrokken toeristen zelfs al vroeger dan gepland omwille van de wind en het temperatuurverschil met de rest van het land. Ik vind het weer hier alleszins heel speciaal.

Veel van mijn tijd is al gegaan naar het ontvangen van nieuwgemaakte vrienden. Ik heb hier al 10 collega-vrijwilligers van op Rancho Margot terug gezien. Een aantal logeerden bij mij in mijn appartement. Verder gaat het op sociaal gebied goed. Ik ben blij dat het hier zo makkelijk is om mensen te leren kennen. Intussen heb ik zelfs al van vier meisjes het telefoonnummer; bonuspunt. Ze willen gaan dansen, naar karaoke, samen eten, ... Leuke vooruitzichten dus. Ook leuk is dat ik met mijn kaartje van de Tree House een soort tica-discount krijg voor culturele activiteiten en zelfs in sommige winkels of eetgelegenheden.

Intussen ben ik verhuisd naar mijn nieuwe cabina. Eindelijk heb ik het gevoel dat ik gesetteld ben. 'k Heb nu echt een thuis. Het is een klein gezellig houten vakantiehuisje met veel natuurlijk licht temidden in de "Barrio de Orquideas"; een leuk rustig wijkje met heel vriendelijke mensen. Volgens de uitbaters zijn zij nu mijn nieuwe ouders en kan ik altijd bij hen terecht. Mijn mammie doet twee maal per week de was en alle kosten zijn inbegrepen in de spotprijs. Mijn vorige appartement was super chic, maar te ver van mijn werk en een stuk duurder. De relatie met de huisbaas was daar bovendien niet ideaal en dat maakte het er niet makkelijker op. Door op het einde zonder me te waarschuwen een deel van mijn waarborg in te houden omdat ik een aantal keer vriendinnen op bezoek had gehad, hebben ze me wel echt teleurgesteld. Een spijtige ervaring, maar temeer geniet ik van de rust die ik nu heb. Wel superbijzonder aan mijn vorige woonst was de jungle die ik als tuin had. Af en toe kon ik daardoor genieten van het bezoek van een aapje tot op een halve meter afstand: 


Elk keer werd hij/zij een beetje brutaler. Telkens kwam ie wat dichter en op het einde was het blijkbaar al normaal om mijn balkon te betreden. Hier begint het aapje mijn wasdraad te molesteren:


Op het einde ging ie zelfs op de raam tikken.
Maar hoe groen deze berg ook is, de cirkel is nog lang niet rond. Stinkende oude auto’s, 3-dubbele verpakkingen en plastic zakjes voor elke prul die je koopt, zijn hier nog zeer alledaags. Bovendien is alles wat je hier in Monte Verde koopt aan materiaal werkelijk 'crap'. Ik heb er echt een hekel aan: ik zit al aan mijn tweede waterkoker (de eerste was een cadeau van twee vriendinnen en gelukkig had ik het ticket zodat ik een nieuwe in de plaats heb gekregen), vijfde paar zwarte laarzen (ja, klinkt belachelijk en niet te geloven, maar ik krijg telkens een nieuw paar; vanaf nu houd ik mijn zwarte schoenen enkel voor binnen in de Tree House zodat ze het hopelijk wél uithouden) en er zit een scheur in mijn regenjas. Typisch voor Monte Verde is dat hier enorm veel met moto’s en quads wordt gereden. Het is hier zo stijl dat fietsen bijna lachwekkend is. Leuk daaraan is dat ik tijdens mijn dagelijkse voettochten heen en weer tussen mijn werk en mijn vorig appartement regelmatig met de auto, moto of quad werd opgepikt door een kennis. Als iemand dezelfde richting uit moest, stopte die namelijk en sprong ik er gewoon bij op of in. Dat vind ik echt super leuk hier, maar zal ik nu niet meer zoveel meemaken aangezien ik nog zo’n 7 minuutjes wandelen van de Tree House woon en enkel een gravelweggetje moet nemen. Gelukkig worden we hier zo omringd door prachtig groen gebergte dat de stinkende rook voorlopig nog relatief goed wordt geabsorbeerd:


Zo ver zie ik dus echt als ik ga lopen. Op foto stelt het niks voor, maar achter het gebergtegedeelte zie je de Grote Oceaan en het land daarachter is het schiereiland Nicoya.




Soms vergeet ik dat Costa Rica een ontwikkelingsland is. En ergens terecht, want het verschil met Senegal bijvoorbeeld is gigantisch. Maar op sommige momenten word ik er weer aan herinnerd, zoals toen ik voor de lunch werd uitgenodigd bij Maria, de poetsvrouw in de Tree House. Ze woont samen met haar partner, twee kinderen, broer en schoonzus in een armzalig golfplaten huis zonder werkelijke mogelijkheid tot privacy. Ook aan de grens werd me één en ander duidelijk. Donderdag nam ik namelijk al mijn moed bijeen om me naar Nicaragua te begeven en uit te testen of ik op één dag zou kunnen terugkomen met 90 nieuwe dagen in mijn paspoort. Ik bevind me namelijk zoals de meerderheid van de buitenlanders hier als toerist in Costa Rica en moet daarom het land verlaten alvorens de toegelaten 90 dagen verstreken zijn. Wettelijk moet ik het land uit voor 72 uur om opnieuw 90 dagen in mijn paspoort te krijgen. Ik had echter vaag gehoord dat mensen het ooit deden op één dag tijd. Alleen wist niemand hóe. Eén tica-meisje vertelde me dat een vriend van haar het aan de oostelijke grens met Panama flikte, maar dat was voor mij geen optie omdat dit vanuit Monte Verde sowieso qua reistijd niet op één dag zou lukken. Ik moest het dus in Nicaragua uitproberen. Hier een nieuwtje: het kan dus he... Ik denk niet dat ik hem ooit zo geknepen heb als toen ik om 4h30 ’s morgens de bus nam. In mijn rugzak zat een survivalpakket (extra paar sokken, een t-shirt, extra slipje, tandpasta, tandenborstel, minishampoo en lenzenpotje met vloeistof) voor het geval ze me niet zouden toelaten dezelfde dag terug te komen en ik in Nicaragua zou moeten overnachten. Het was spannend, maar ik ging ervoor en had toch niet veel tijd om te denken. Ik kwam namelijk aan de grens om half tien 's ochtends en om half twee 's middags zat ik al op de bus terug naar huis. Als je op die tijd 4 stempels in je paspoort wilt (1 om Costa Rica te verlaten, 1 om Nicaragua in te komen, 1 om Nicaragua weer te verlaten en 1 om Costa Rica terug in te komen), ben je wel effe bezig. Mijn assertiviteit en snel redeneervermogen werden serieus op de proef gesteld, want tal van 'helpers' willen je overtuigen dat je hen nodig hebt om de volgende stap te ondernemen. Gelukkig ben ik er relatief goedkoop vanaf geraakt. Het is gelukt om me met slechts 10 dollar smeergeld om 18h30 weer veilig en wel mét 90 nieuwe dagen in mijn paspoort in mijn cabina te begeven. Die 10 dollar was trouwens enkel om de rij van 200meter wachtenden aan de grens voorbij te kunnen steken. Ik wou niet zolang wachten, want dan zou ik misschien mijn bus terug missen. Maar dus goed om te weten: smeergeld is niet nodig. Blijkbaar wordt het gedoogd dat je in minder dan 72 uur terugkeert. Ik kreeg zelfs controle op de bus terug en ook daar werd me niet gewezen op het feit dat de datums van de 4 stempels dezelfde waren. Wel moest ik zeker van mijn stuk zijn en niet te veel aarzelen om de operatie te laten slagen. Het was niet simpel erin te geloven dat ik het zonder de hulp van de gewillige helpers ook wel zou kunnen. Maar blijkbaar is het dus niet nodig de politie om te kopen. Om half zeven 's avonds was ik weer veilig en wel in mijn cabina; de opluchting was groot waardoor ik nu extra geniet van mijn nieuw leventje hier.

Nicaragua is trouwens een compleet ander land. Voor het klein uurtje dat ik daar was, waande ik me weer even in Afrika. Direct merk je dat het daar veel armer is. Al is het maar omdat de weg niet verhard is, de mensen meer direct zijn of de eetkraampjes eenvoudiger ogen. Ik merk wel dat ik, doordat ik hier werk, het gegeven 'cultuur' hier op een heel andere manier benader dan tijdens stage of onderzoek. Ik heb tot dusver minder aandacht voor cultuuraspecten omdat ik vooral bezig ben geweest met ‘voor mezelf te zorgen’ (zoals de taal leren, erop letten dat mijn rechten op het werk worden nageleefd, zo klever mogelijk de zoektocht naar een nieuw optrekje aanvangen, gezond blijven en tegelijk blijven werken (want heb serieus de griep gehad), zoeken naar de beste winkels, mannetje staan bij huisbaas, ...). Het vraagt allemaal energie en tijd. De dagen zijn veel te kort. Ik heb zelfs nog geen toeristisch uitstapje gemaakt in Monte Verde. Maar ik heb tijd dus neem ook mijn tijd. Nu wil ik eerst genieten van het feit dat ik volledig gesetteld ben en rustig dit ministadje verder kan ontdekken.


Wat betreft 'evenementen' ben ik al getuige geweest van het verjaardagsfeestje van het dochtertje van de baas, van een eerste communie in de kerk van op een afstand, van ver hoe de kindjes van de 3e kleuterklas in het gemeentehuis 'gediplomeerd' werden, van hoe een 15e verjaardag hier telkens in de kerk gevierd wordt, van een wasbeer 's nachts, van veel grote agouti's in het bos en van een kerstparade door het centrum op 2 december:



 (van op het terras van de Tree House met alle werknemers en hun familie aangevuld met veel eten en drinken voor iedereen)

Het enige wat ik nu voorlopig wil, is rustig genieten van het leven in Monte Verde en op mijn vrije dag deze groene berg verder verkennen. Mijn volgende reisonderneming stel ik nog even uit. Door de reis naar Nicaragua werd ik er wel weer op gewezen hoe prachtig dit land is.

Ai, ik kan wel blijven schrijven, maar het belangrijkste is bij deze denk ik wel weer meegedeeld. Hier nog snel mijn nieuwe minimama bij de kerstboom:



Veel geluk gewenst ginder en alvast fijne feestdagen!


Een vliegende zoen:

van Kaat.


zaterdag 4 december 2010

Dringend bericht aan de Costa Rica-fans!

iHola hola!

Hier even een spoedbericht:
Volgens mijn ouders loopt er op Vlaanderen vakantieland (TV1) een reportage over Costa Rica in drie delen. Deel twee ging over Monte Verde en Rancho Margot!! Raar om te zien waar ik de vorige weken heb gewerkt en nu verblijf volgens ons mam. De eigenaar van Rancho Margot gaf een hele uitleg over de bedoeling en werkwijze van de ecoranch. Volgende week is er nog een derde deel van de reportage en in de krant 'Het Nieuwsblad' stond vandaag een uitvoerig artikel. De reportages van Vlaanderen Vakantieland worden 's zondags altijd herhaald. Dus morgen om 17.15u komt deze reportage er terug op. Dus voor de geïnteresseerden, zondag kan je deel twee over Monte Verde en Rancho Margot op TV1 bekijken. Volgens getuigen zou het echt bijzonder zijn :).


Ciao ginder!
Kaat


Oh, en sorry dat ik jullie nog even laat wachten op een update over mijn leven hier in Monte Verde. Over het algemeen gaat het goed, behalve dat ik de eerste week goed ziek was en heimwee had naar de vrienden en het leven op de ranch. Maar ik begin me aan te passen hier in Monte Verde. Ik ben wel op zoek naar een nieuwe cabina, want woon te ver van mijn werk. Mijn dagen zijn veel te kort, maar na mijn verhuis probeer ik nog eens een bericht te posten!

zondag 14 november 2010

Weg van de bewoonde wereld op Rancho Margot

Ja mannekes, ik zit nu voor het raam van mijn appartement in Monte Verde met de jungle in het vizier en daarachter de ondergaande zon en ik denk: “het was me wat daar in Arenal”. Mijn excuses dat dit bericht zolang op zich heeft laten wachten. De enige verklaring is dat ik voortdurend overvallen werd door tal van nieuwigheden waardoor mijn aandacht voor contact met de buitenwereld even te wensen overliet. Ik heb een aantal keer geprobeerd een bericht voor de blog te schrijven, maar ben er tot dusver niet in geslaagd het af te ronden. Bij gevolg zal ik de reeds neergetypte ervaringen herformuleren in de verleden tijd J.


…Rancho Margot dus. Het is moeilijk te geloven, maar dit zelfvoorzienend paradijs is nog maar zeven jaar geleden gekocht door de huidige eigenaar. Er was niks dan gras op het land van meer dan 160 hectare groot. De grond was uitgeput door jarenlange intensieve landbouw. Nu is de ranch een bron van biodiversiteit. Alle aanwezige bomen, planten, vijvers en dieren zijn het gevolg van zeven jaar hard werken. De bomen en planten zijn gigaaantisch. Bomen van ongeveer 10 meter, planten van ongeveer 4 meter… vruchtbare grond dus, veel regen, veel zon. Deze toeristische boerderij is bijna volledig zelfvoorzienend. Nog niet compleet, want bijvoorbeeld voor vis of ontbijtgranen moeten ze nog naar de winkel. Voor zaken zoals koffie of chocolade zullen ze altijd naar de winkel moeten blijven gaan. Op termijn is het echter de bedoeling dat het dieet wordt aangepast en daarmee gebaseerd op louter inheemse producten zodat rijst er alvast niet meer toe behoort, want dat wordt amper lokaal geproduceerd. Het management zal wel eerst de werkers zover moeten krijgen dat ze ermee akkoord gaan, want van drie keer per dag rijst met bonen naar een rijstloos dieet vereist een drastische aanpassing. 

Dus, hoe gaat dat daar in zijn werk? Rancho Margot is een succesvol hotel in de middle of nowhere. Het eerstvolgend dorpje is zo’n 5 kilometer verder, maar daar vind je enkel twee superdure miniwinkeltjes met wat groenten, fruit, koekjes, waspoeder, … kortom the basics in zeer kleine hoeveelheden. Als magisch oord biedt de ranch de gelegenheid om tot rust te komen (yoga, massagecentrum, zwembad, chill out lounge, bar, bibliotheek) en excursies te doen (ter land, ter zee of in de lucht, meer concreet betekent dit te voet, met de kayak of te paard). Rancho Margot biedt een tour aan over de ranch die je leert hoe ze dat daar allemaal voor elkaar krijgen. Bovenop het feit dat ze nagenoeg zelfvoorzienend zijn, produceren ze ‘geen’ afval. Plastic, aluminium, papier etc van verpakkingen worden echter niet hergebruikt; ze sorteren het wel voor recyclage en da’s voor in Costa Rica al chic, want hoe groen ook, de recyclagerage zit hier nog niet in de lift. Er stroomt een brede snelle rivier door de ranch. Met twee waterratten wordt de hele ranch van elektriciteit voorzien. Het rivierwater voorziet de ranch in elke waterbehoefte (van zwembad- tot drinkwater dus). Gas om te koken is biogas, namelijk het methaan uit de uitwerpselen van de dieren op de boerderij. Ze gebruiken daar geen hoogtechnologische machines voor, maar wel een eenvoudig systeem vertrouwend op het chemisch proces waarbij het methaan (dat spontaan opstijgt), wordt opgevangen in een kei grote ballon. Ik kan de volledige cyclus van productie en afvalverwerking hier niet volledig schetsen, want natuurlijke bronnen evenals procesresultaten worden gebruikt voor meerdere doeleinden (mest wordt bijvoorbeeld gebruikt voor zowel bemesting, verwarming van water, als biogas, … etc) dus elke schakel in het proces vertoont vertakkingen. Maar simpel gezegd: er worden groenten gekweekt. Die worden gevoerd aan de koeien, varkens, kippen, paarden, … en de mensen natuurlijk. What goes in, must come out… dus de uitwerpselen van de dieren worden opgevangen en gebruikt om ten eerste wormcompost van te maken voor directe bemesting, ten tweede het douchewater op te warmen (een hoop stront (sorry) en ander afval kan tot 70°C worden, dus warm genoeg), en ten derde biogas om te koken uit te extrageren. Menselijk afval wordt niet opgevangen omdat de meerderheid van de aanwezigen niet ecologisch is. Van al het dierlijk afval dat wordt geproduceerd (en dat is veel!), wordt niks weggegooid. De dieren zijn volledig ecologisch want zij krijgen alleen voedsel dat op de ranch geoogst is. Alle dieren (yep zelfs de varkens) worden dagelijks op de wei gelaten. Het vlees dat je er eet, is dus zowel ecologisch als ethisch verantwoord. Gevolg is ook dat de uitwerpselen van de dieren niet stinken (super raar maar echt waar!) en dus ook geen vliegen aantrekken. Er zijn geen vliegen! De paardenstallen liggen naast de bar en dat is gewoonweg niet vies. Ze maken zeep (voor douche, keuken én wasserij), shampoo en conditioner van olie uit de keuken, maar het ziet er nog niet aantrekkelijk genoeg uit om aan gasten te kunnen opdringen. Eens dit wel het geval is, kan het douchewater ook hergebruikt worden. Verder kweken ze medicinale planten en is er een animal rescue centre dat zowel individuele dieren die niet gezond zijn er weer bovenop helpt als dieren die met uitsterven bedreigd zijn, probeert te doen kweken.

Mijn aandeel? Als ‘la loca del bar’ (bartender dus) was ik één van de ambassadeurs van Rancho Margot. Alle mensen die de ranch bezoeken of die er verblijven passeren langs de bar. Ik had dagelijks contact met het personeel, de vrijwilligers en al het cliënteel, dus dat maakte het heel boeiend. De vrijwilligers werken maar 6 uur per dag. Ik werkte van 10 tot 16h of van 16 tot …h (normaal gezien 22h, maar liep uiteraard regelmatig serieus uit). Ik had dus veel tijd om te doen wat ik wou. De sfeer was heel relax.

En mijn leven daar? Best zalig. De eerste dagen was het wat aanpassen aan de speciale sfeer (je woont waar je werkt en je moet je houden aan de regels) en de idee dat we drie keer per dag aroz con frigoles (rijst en bonen) zouden eten. Ik was gelukkig gek op die maaltijden dus werd het niet beu. We stonden elke dag op om 6h30 (yep, ook de barmeid). Eerst lopen of naar de yogales, dan douchen en ontbijten. De werkers en vrijwilligers worden er op een veel eenvoudiger dieet gezet dan de gasten, maar wij zagen wel telkens de zaligheden die de gasten voorgeschoteld krijgen. In het begin vond ik dat niet simpel. We aten echter wel evenwichtig. Elke dag papaya, watermeloen, ananas, gallo pinto (bereide rijst met bonen), verse salade met komkommer en tomaatjes, warme groenten, zelfgemaakt brood en zelfgemaakte kaas, juca (een soort witte wortel zoals aardappel, zeer hard als het rauw is), zoete bakbananen (mijn favoriet) en vlees voor de liefhebbers. Voor mij was het raar compleet geen controle te hebben over wat je eet en wanneer.
Elke dag is het yogales om 7 en 16h. Yoga is iets helemaal anders dan wat ik ervan verwacht had. Ik dacht dat het vooral stil zitten was en proberen je gedachten uit te schakelen, maar dat is niet. Het is een soort van beheersen van je lichaam (best wel een workout, want je laat je spieren en wervels werken), je beweegt dus de hele tijd, maar traag en soms ontspan je volledig. Er is ook een mentale zijde doordat je leert via je lichaam. Het is moeilijk voor een groentje als ik om het uit te leggen, maar een deel van de filosofie is dat je leert actief je eigen gedachten en acties in handen te nemen en de dingen waarover je je druk maakt, los te laten. De leerkracht zegt dus niet alleen wat je met je lichaam moet doen, maar geeft ook uitleg waartoe bepaalde bewegingen dienen. En dat moet je dan omzetten in het dagelijks leven (yoga ‘on the mat’ versus ‘off the mat’). Heel interessant. Het is een soort levenswijze. Misschien ga’k hier in Monte Verde ook wel op zoek naar yogalessen.
Op Rancho Margot werd speciaal een locatie voorzien voor yoga:


Beeld je hierbij het geruis van de stromende rivier in… mij krijgen ze voor minder naar de yoga.


Na vier weken was ik het daar in Arenal nog lang niet beu. Ik heb adembenemende wandelingen achter de rug, leuke bezoekjes aan dicht bijzijnde dorpjes, magnifieke ritten te paard, voetbalwedstrijden van de werkers, een sky trek boven de bomen van het omliggende regenwoud (= tocht boven de boomtoppen via kabelbanen; dit is dé Sky Tram Annelyn & co (was inderdaad duur, maar kreeg met behulp van mijn connecties een gratis tour cadeau ;))). Ik heb natuurlijk geëxploreerd doorheen de jungle: gigantische megarare knalgroene hagedissen, gekke vlinders, kleine slangen, bloemen in alle kleuren, … Zotte tochten gemaakt waaraan handen- en voetenwerk te pas kwam, slingeren aan lianen, pasgeboren schaapjes en  varkentjes mogen aanschouwen, op bezoek bij een jonge zelfvoorziende kluizenaar die ruim een half uur wandelen hoger op de berg woont, …


Deze foto is getuige: ALWAYS be prepaired for adventure! Hoe onschuldig een wandeling bij aanvang ook mag lijken, ze is het zelden. Kleren die vuil en nat mogen worden zijn voor elke tocht essentieel.

De ranch bevindt zich vlakbij de vulkaan van Arenal wat een prachtig uitzicht levert:


De laatste week zijn we naar een krater ervan‘gehiked’. Machtig om na een stevige wandeltocht van klimmen, dalen en klauterwerk voor vier ledenmaten bij een krater met helder blauw-groen water te kunnen zwemmen.


En zoals altijd: waar mensen samenleven, moet er af en toe gefeest worden. Bepaald ‘af en toe’ was dat niet daar, want bij het minste deuntje salsa of merengue in de bar, zie je twee mensen hun heupen losschudden. Ze worden dan al snel vervoegd. Het gaat zo spontaan. Er moet geen uitdrukkelijke reden of overmatige alcoholconsumptie zijn om een aantal ‘paskes te placeren’. Als we echt met allemaal wilden ontspannen, maakte de chef kok een zalige cocktail waarmee we een koelbox vulden. We sloten de bar en verplaatsten ons samen naar de hotpool om daar te genieten van een muziekje, volleybalspel en babbeltje:















Voor de rest…
- in Arenal zitten wél veel muggen. Ik werd niet super veel gestoken dankzij mijn natuurlijk repellent, klamboo en muggenwerende armband waar iedereen jaloers op was. Als ik toch ergens een jeukende bobbel had, titste ik de kriebels gewoon weg met de magic pen of electrocuter (echt waar, geloof het of niet, het is een minimachientje dat de muggenbeten een elektrisch schokje geeft > mensen met epilepsie mogen het niet gebruiken!). Even vreesde ik dat ik denguekoorts aan het krijgen was (gevaarlijke ziekte die je oploopt door gestoken te worden door een mug die dengue heeft) omdat ik opstond met keelpijn, harde spierpijn kreeg doorheen de dag en ’s avonds afwisselend gloeide of rilde. Maar toen bleek dat er een aantal werkers ziek in bed lagen met griep, werd me al meer duidelijk. ‘s Nachts werd ik badend in het zweet wakker en ‘s ochtends heb ik de laatste microben er al joggend uit gezweet waardoor ik me al snel beter voelde. De griep heeft me dus niet echt te pakken gekregen.
- Ik vind mezelf nog heel klungelachtig in het Spaans, maar volgens de Tico’s doe ik het al heel goed voor deze korte periode. Ook een leraar Spaans die er vrijwilligerswerk doet, zei dat ik snel vooruitgang boek. Dus uiteindelijk kom ik er wel, maar het is niet simpel.
- Internet is héél belangrijk op Rancho Margot, hoe fysiek afgescheiden ook. Op een dag was er geen internet en de hele ranch stond op zijn kop.
- Het weer zorgde voor minder goed nieuws. Owv het microklimaat hebben we daar op de ranch niet veel last van gehad, maar blijkbaar is er meer regen dan normaal tijdens het regenseizoen gevallen. De gevolgen bewijzen dat Costa Rica wel effectief een ontwikkelingsland is. Niet alle wijken bleken namelijk bestand tegen de regen. Landverschuivingen rond San José zorgden voor 20 doden en 30 vermisten. Gelukkig bleven familieleden van de werkers op de ranch ongedeerd, maar het is toch even schrikken. 


Ik kan wel blijven vertellen denk ik, maar het wordt veel te lang en ik moet afscheid nemen van dat leven zo ver weg van het echte leven. Inmiddels heb ik de ‘familie’ op de ranch dus vaarwel gezegd. Ik heb er enorm van genoten. In het begin moest ik heel wat tolerantie opbrengen op affectief gebied, want amai, meer ‘touchie’ kan volgens mij niet. Door mijn kaakgaatjes en ‘blonde’ haren moesten mijn gezicht en haren er driedubbel aan geloven. Het was gelukkig doorgaans vriendschappelijk bedoeld (een schouderklopje of knuffel was normaal gezien niet seksueel geladen dus ook niet per ongeluk te hoog of te laag gegrepen ;), fioew). Ik wende heel snel aan de overload aan affectie. Mijn behoefte aan regelmatig een stevige knuffel of gezellig tegen elkaar zitten, is zelfs toegenomen. Ik geef het toe, aanrakingen zijn een belangrijke vorm van communicatie. Op die manier gaat vrienden maken ook sneller omdat mensen veel opener tegen elkaar durven zijn. Ik denk dat dit zo is omdat je via affectie en openheid al snel aan elkaar laat merken dat je het goed bedoelt. Het was dus een intense periode met veel nieuwe vriendschappen. En als al het bovenstaande nog niet genoeg is… ze lieten me niet vertrekken zonder een zalig verrassingsafscheidsfeestje met huisgemaakte cocktail, vuurshow door twee andere vrijwilligers met ‘poi’, party in de hotpool, herdenkingsgeschenkjes, … Het afscheid was best taai, maar ik ben super dankbaar dat ik dat weer heb mogen beleven. Doodop maar met veel plezier in mijn vorige werkhabitat:


Verklaring voor mijn ingeduffelde ‘look’: aangezien het leven zich daar altijd buiten afspeelt, moest ik me ’s avonds een laagje meer aanschaffen (er zijn geen ramen; de bar heeft zelfs maar aan één kant een muur). De laatste week was het nogal fris; ook de Tico’s trokken een trui aan. Het was echter nog altijd 20°C.

Intussen beslis ik zelf wat en wanneer ik eet, maar ‘k heb me Tica-getrouw alvast een pot frigoles (bonen), een fles rum, watermeloen, papaya en guanabana (weer een nieuw soort fruit) aangeschaft. Morgen begin ik te werken in de Tree House.


iSalud!
Kaat

woensdag 20 oktober 2010

Resultaat van een week in Monte Verde...


… een job en een appartemeeent!!! Man man, ik kan het nog altijd niet geloven. Wat nu op korte tijd geregeld is, lijkt zo onecht dat ik precies pas gerust zal zijn als ik effectief mijn werkuniform aan heb en in mijn appartement woon. En dat duurt nog een maand, want ik bevind me nu in Arenal tot midden november. ‘k Ga toch proberen erop te vertrouwen dat het echt zal zijn zoals overeengekomen, zodat ik de komende maand op mijn gemak kan focussen op waar ik nu ben.

Dus, hoe het allemaal begonnen is met die job hé… Afgelopen zomer in juli ben ik beginnen zoeken op het internet naar horecazaken die me aanspraken. Mijn absolute nummer één was toen de Tree House in Monte Verde omwille van hun manier van aanpakken en de locatie. Ze hadden ook een webcam in het restaurant waardoor je op de website kon zien hoe het er aan toe ging. http://www.treehouse.cr/ is de website, maar die zijn ze aan het vernieuwen dus nu kan je niks zien. Alleszins, Monte Verde is een ‘must do’ in Costa Rica: adembenemende natuur en gezellige sfeer. Dit klein stadje is dé hotspot voor ecotoerisme (= zowel sociaal als ecologisch verantwoord). Het lijkt slechts een scheet groot (sorry), maar is heel uitgestrekt en daardoor vol verrassingen (een hippe discotheek 3 kilometer weg van het centrum bijvoorbeeld). De Tree House is een restaurant dat gebouwd is rond een vijgenboom; pal in het midden van het restaurant staat een gigantische boom. Waar de boom staat is gewoon geen dak. De rest is wel overdekt. Het is begonnen als internetcafé. Mettertijd begonnen ze te focussen op hun geweldige koffie en nu is het dus een restaurant (je kan ook gewoon iets komen drinken) met gratis Wifi en zelfs een hotel en infocenter aan. De website vond ik zo tof en zo rechttoe rechtaan dat ik wist (of dacht tenminste) dat het echt iets voor mij zou zijn. Ik heb een aantal keer met de baas gemaild en hij zei dat ze een ‘host restaurant’ zochten vanaf december. Hij stelde voor dat ik langs zou komen en dan zouden we het er over hebben. Al die tijd ben ik dus blijven hopen dat ze nog niemand gevonden hadden en dat ze me nog steeds nodig zouden hebben. Af en toe liet ik iets van me horen zodat ze wisten dat ik nog steeds geïnteresseerd was. Ik had wel back-up opties (twee in San José en één op het schiereiland Nicoya), maar Monte Verde en de Tree House waren mijn streefdoel.

Aangekomen in Costa Rica - na één nacht in Curridabat (San José) en vier nachten in Turrialba (bij vriendin van Loes) - was het tijd om te gaan checken of Monte Verde wel effectief iets voor mij zou zijn. De eerste twee nachten bracht ik door bij Rowan & Willy:






Rowan en Willy (ik weet het, op deze foto lijkt hij kei hard op de hofschilder Louis Van Gorp, maar de man op deze foto leeft gelukkig wel nog) wonen op een heuvel in Monte Verde (gehucht) in Monte Verde (ganse regio). Monte Verde bestaat namelijk uit drie ‘gehuchten’, nl Santa Elena (het centrum van de regio Monte Verde), Monte Verde (waar de natuurliefhebbers moeten zijn) en Cerro Plano (tussen beide in). Rowan en Willy vormen een grappig stel en hun cabina (dat is zo’n gezellig houten/stenen vakantiehuisje precies) is mini, gezellig dus wel. Het is een heel alternatief koppel uit Schotland en Australië. Mijn gastvrouw en -heer waren dus geen Tico’s dit keer (een Tico is een Costa Ricaan). Ze noemen zichzelf activisten. Ze waren heel lief en toonden interesse. Tijdens mijn verblijf bij hen heb ik de omgeving geëxploreerd, de sfeer wat opgesnoven om te kijken of Monte Verde iets voor mij is. Rowan en Willy zijn op de hoogte van alle leed dat er bestaat in de wereld dus de gesprekken waren dikwijls nogal taai... bewustzijn is natuurlijk belangrijk, maar na twee dagen ging ik op zoek naar meer evenwicht.


De vier overige nachten in Monte Verde heb ik in een hostel geslapen (nl Casa tranquilo), want in Monte Verde zijn er maar drie CouchSurfers, waarvan ik alleen Rowan en Willy heb weten te bereiken. Monte Verde is wel effectief super toeristisch. Nu is het laagseizoen en heb ik bijna enkel contact gehad met Tico’s, maar het stikt er overduidelijk van de hotels en hostels dus dat belooft voor december! Goed voor mij natuurlijk, want dan hebben ze mij en mijn talenkennis nodig (huhum).


Vrienden heb ik na week in Monte Verde natuurlijk nog niet, maar 'k heb al wel veel telefoonnummers en e-mail adressen van zowel jonge mensen als mensen van middelbare leeftijd. Ik kan er al bij een aantal families terecht als er iets is; goed om te weten. Opvallend is wel dat de telefoonnummers die ik heb van jonge mensen enkel nummers van jongens betreffen. Klinkt misschien leuk, maar ik heb wel echt nood aan voldoende vrouwelijk gezelschap. Iets om aan te werken als ik terug ben in Monte Verde dus.


Ja, ik zie dat ik weeral kei veel heb geschreven dus ik ga niet heel het verhaal doen over mijn aanwerving bij de Tree House en het vinden van ‘mijn’ appartement. Dus kort gezegd: de Tree House rules!!! Ha. Het is een kei tof restaurant, goede sfeer, goede muziek, soms live optredens, iets duurder wel. Echt gericht op Europeaanse en Amerikaanse toeristen. Maar ja, daarom hebben ze dus iemand nodig die ‘vloeiend’ Engels kan. Het leuke is wel dat alle mensen die er werken Tico of Nicaraguaan zijn. Dus dan blijf ik toch in het lokaal gezelschap hé J. Er wordt veel en hard gelachen. De mensen zijn heel lief. We konden goed alle arbeidsvoorwaarden bespreken en dat zit echt goed. Ze volgen netjes de wet en ik verdien kei goed, voor hier wel te verstaan. Naar Costa Ricaanse normen verdien ik hier wat een ‘qualified worker’ eigenlijk ontvangt. Omdat het een iets hippere keet is, kunnen ze hun personeel extra goed onderhouden.
Wat moet ik juist doen? Ik ben ‘host restaurant’. Dit wilt zeggen dat ik vooraan aan de deur moet staan. Neenee, niet mensen ronselen, daarvoor is de Tree House veel te cool ;), maar als mensen beslissen binnen te komen, neem ik hen mee naar boven (het restaurant is boven), geef ik hen een plaats en vertel ik een ober dat er nieuw cliënteel is. Als mensen vragen hebben, probeer ik die natuurlijk ook te beantwoorden. Jaja, ik zal jullie wel eens een foto bezorgen in mijn uniformpje: beige hemd van de zaak met zwarte broek en zwarte schoenen. Ik heb maar één zwarte broek bij dus heb er alvast één extra gekocht. Zwarte schoenen heb ik helemaal niet, dus die moet ik nog gaan kopen als ik terug ben uit Arenal. Ik ben echt een beetje euforisch over die job daar (allée, is natuurlijk gewoon een horecajobke dus zooo geweldig zal dat ook niet zijn, maar het is wel heel de tijd met mensen werken en dat doe ik natuurlijk heel graag), temeer omdat ik zooo hard gehoopt heb om daar aan de slag te kunnen gaan. Bovendien wordt die zaak echt met passie uitgebaat en dat beïnvloedt de werknemers super hard. En Alex, de baas, is zó fier op de koffie dat hij zijn personeel er met veel plezier heel wat tijd in laat steken. Een kopje koffie in de Tree House ziet er onder andere zo uit:



Volgens Alex is dit de beste van de beste koffie. Hij gaat die speciaal ergens in de buurt van San José halen. Hij zegt dat je deze koffie nergens anders in Costa Rica vindt. Ze roosteren en malen de bonen ook zelf. De eerste keer dat ik met Alex in de Tree House had afgesproken, wou hij per se dat ik zijn koffie proefde. Dus oké, ik nam een kopje koffie (eigenlijk tegen mijn zin, want ik had net mijn tanden gepoetst :p). De koffie is inderdaad echt goed. En Alex glunderde van trots toen hij zag hoe blij verrast ik was omwille van het berengezichtje dat in de melk getekend was (ze maken ook vlinders, kattengezichtjes, zonnetjes, hondjes, …). Ik denk wel dat je koffie mét melk moet bestellen om dat zo te krijgen. 


Maar het gekste van al moet nog komen. Allée, voor jullie is het moeilijk om je daar iets bij voor te stellen, maar het appartement waar ik ga intrekken, is echt bangelijk. Dít appartement is maar voor een maand. Daarna verhuis ik normaal op dezelfde plek bij dezelfde huisbaas naar een nieuwe kleinere cabina, maar die is nog onder constructie dus ik heb nog niet kunnen zien hoe het zal worden. Als me dat bevalt, blijf ik dus bij diezelfde eigenaar. Zoniet, ga ik op zoek naar iets nieuw. Maar dus wat ik nu heb, is echt geweldig. Ik heb voordien 'alle' mogelijke soorten kamers, appartementen en cabinas gezien van alle soorten prijzen. En chance dat ik zo heb doorgezet in mijn zoektocht, want er zijn kleine oude stinkende kamers voor zowel veel als weinig geld en anderzijds zijn er dingen die beter onderhouden en mooier zijn met meer luxe eveneens voor zowel veel als weinig geld. Ik wist dus dat het mogelijk moest zijn om iets te vinden voor een goede prijs van goede kwaliteit. Wat ik nu heb, kost een derde van mijn loon, wat volgens mij goed is. En het is perfect gelegen, namelijk in Cerro Plano. Zo’n 20 minuten te voet naar het centrum en 25 minuten terug naar huis (want terug naar huis is naar boven). Dit is perfect omdat dat best een gezellige buurt is en mooi tussen Santa Elena centro en de jungle van Monte Verde gelegen is. Ik heb alvast de deposit betaald en het staat op papier zodat het zeker op me staat te wachten als ik terugkom. Ik mag daar blijven voor de rest van mijn verblijf, maar dus normaal verhuis ik na een maand wel naar die andere cabina (ik denk dat dat eerder zo een gezellig houten vakantiehuisje zal zijn). Het appartement is alles erop en eraan; water, electriciteit en wifi inclusief. Volledig bemeubeld en er kunnen makkelijk nog mensen bij. Er kunnen zelfs extra mensen slapen!! In feite is het een vakantiewoning. Als je binnenkomt, kom je precies in een loft terecht. Het is een grote living met meubels en zelfs tv en een keukenblad met lavabo en frigo. Geen kookvuur, maar heb ik niet nodig, want eet toch zes dagen in Tree House. Waterkokertje schaf ik mezelf dan wel aan. Naast kitchenette is een aparte toilet. Van de living kan je in de slaapkamer met een eenpersoons- én tweepersoonsbed en van de slaapkamer kan je naar het badkamertje met toilet, lavabo en douche. Elke kamer heeft ramen dus veel natuurlijk licht. Maar nu komt het pas: de woonkamer (met die kitchenette) heeft een schuifraam in de volledige breedte en hoogte van de ruimte én het overdekt balkon loopt zowel langs de volledige breedte als diepte van de ruimte. Én de tuin is de jungle met apen en zo! (weet ik via vriendin van iemand die er al een maand verbleven heeft) Echt de jungle. Goed dus, dan moet ik die al niet onderhouden :). Mijn balkon loopt uit op de kruinen van de bomen en de hoge planten (de voordeur is wel op gelijkvloers, maar de achterkant is in de bomen dus op eerste verdieping). Ik weet dat dit heel materialistisch klinkt, maar in zoiets zalig wonen doet volgens mij wel veel aan je welzijn, met die ramen en planten. Je kan in iets heel klein met weinig lucht en zuurstof terechtkomen en da’s niet gezond (not for the mind, not for the body). Ik denk dat ik vooral zo euforisch ben en het nog moeilijk kan vatten omdat ik vééél minder verwacht had. Als toekomstige serveuse in een ontwikkelingsland durfde ik op financieel en materialistisch gebied niet te veel verwachten. ’t Is ook wel een hele ontlading dat dit nu allemaal geregeld is, want amai, ik kan je zeggen, zo die 'grote mensen beslissingen' alleen moeten nemen en op korte tijd, da's niet simpel. Is soms gewoon knopen doorhakken en kort op de bal spelen bij het onderhandelen want als je blijft dralen, mis je ook kansen. Ik heb me voor ik naar Costa Rica kwam en de eerste dagen hier in het land wel grondig geïnformeerd over wat ik van loon, huur en ander levensonderhoud kon verwachten. Nu voel ik me wel opgelucht dat het tot dusver lukt, maar ik moet nog wel een beetje dat ‘eerst zien en daarna geloven’-gevoel weg zien te werken zodat ik voluit van mijn tijd in Arenal kan genieten.

Ook ideaal trouwens aan de locatie van mijn ‘toekomstige woonst’ hier in Costa Rica is dat ik geen fiets, auto of bus nodig zal hebben. Daarmee spaar ik immers heel wat uit. Op deze heuvel staat het vakantiehuis waarin ik mijn intrek ga nemen se:

Als ik op stap ga, zal ik wel een taxi nemen om naar huis te gaan, dat kost toch niet veel voor dat stukje. Ik denk dat ik er met 500colones wel vanaf kom, da’s ongeveer 1 dollar. Dat is hier ook grappig he, die wisselkoers. De waarde van de dollar verandert elke dag. Het gemiddelde is 550 colones per dollar. Ik reken voor mezelf altijd 500 colones per dollar, dan is het altijd minder duur dan dat je rekent. En omgekeerd werkt dat ook heel goed, want als je ergens komt waar de prijzen in dollar zijn aangegeven, kan je met colones betalen (ik heb zelf geen dollars) en zeggen dat je akkoord gaat met de prijs als ze per dollar 500 colones rekenen (ipv 550 of meer) (dat zijn altijd toeristische organisaties dus je kan hen daar niet mee in het zak zetten, maar zelf spaar je daar wel mee uit).
Monte Verde is trouwens een duurdere regio omdat het zo toeristisch is. Je vindt hier wel alles! 

Het kan trouwens echt super hard waaien in Monte Verde. Het is dan ook gelegen op een berg natuurlijk. Als het hard waait en ik ga lopen, is het zelfs oppassen geblazen, want op het moment dat je met twee benen in de lucht bent, kan je weggeduwd worden door de wind. De foto zegt niet veel, maar dit is één van de uitzichten als ik er ga lopen:

Spijtig dat het zo bewolkt was toen ik deze foto trok, want achter die wolken zijn nog bergen. Ook spijtig van de kleuren op de foto’s, want in het echt is dat een stuk feller.

Ah, en feestgewijs heb ik na zingen nu ook leren dansen! Salsa en merengue dat de stukken eraf vliegen! Wow, die gasten hier kunnen er wat van. Als ik thuiskom, hoef ik vast geen lessen te volgen, want de beste school vind je hier op de dansvloer. Het is super leuk. We waren in een danscafé en vanaf 22 à 23h was de dansvloer non-stop gevuld. Jongens komen meisjes gewoon vragen. Hoe show is dat?! Op een gegeven moment ging er een gast me het leren en amai, die bleef maar doorgaan, lied na lied, we veroverden daar toch wel netjes de dansvloer. Bepaald opzwepend kan ik wel zeggen (maar geen zorgen, die kerel was te klein voor mij :p).


Ondertussen ben ik dus aangekomen op Rancho Margot in Arenal. Rancho Margot is een self sufficent farm met hotel in het regenwoud bij de vulkaan Arenal (http://ranchomargot.org/). De farm is gekoppeld aan Earth University. Earth is een baanbrekende universiteit in Costa Rica voor verantwoorde landbouw. Je kan als vrijwilliger bij Rancho Margot aan de slag voor kost en inwoon, dat doe ik dus nu. Er werken ongeveer 45 Tico’s. Omdat dit project antropologisch ook interessant is en ik mij in een aantal papers verdiept heb in de principes waarop het project gestoeld is, heb ik deze maand vrijwilligerswerk door de RVA kunnen laten erkennen als opleiding/stage. Leuk, want staat weer mooi op mijn CV.

Zo se, om af te sluiten... ik heb weer geen foto van mezelf deze week, dus hier een cadeautje van mijnentwege, getrokken met mijn webcam in mijn kamer in Casa tranquilo (Monte Verde):




iHasta luego!
Saludos de Kaat

woensdag 13 oktober 2010

Verslag over Turrialba

Ja wadde, 't is me wat dat land hier. 't Is echt prachtig. Alles is super groen nu omdat het regenseizoen is en tegelijk is het lekker warm. De ideale herfst dus. Vandaag was het nogal felle zon, maar af en toe kreeg ik wat verfrissing uit de hemel. Dat deed deugd. Naar het schijnt heeft het voor ik kwam meer geregend en is het nu wat droger, dus de echte doop in het regenseizoen staat me waarschijnlijk nog te wachten…
De mensen zijn tot dusver super vriendelijk, wat voor mij echt heel veel waard is. Mensen wuiven zelfs als ze je tegenkomen. Niet in het dorp of de stad waar het druk is natuurlijk, maar als je ergens vrij alleen wandelt en je komt iemand tegen, dan wuiven ze vaak.
Wat betreft exotische kost heb ik al dagelijks papaya gegeten, cas gedronken (sap van een soort zoet broertje van de guava) en granadilla opgeslurpt (soort passievrucht, maar zoeter en sappiger). Ze maken hier soms heel gekke combinaties die overheerlijk zijn zoals tortillas met papaya (Latijns-Amerikaanse tortilla natuurlijk, dus geen ei, maar wel een soort pannenkoek gemaakt van maïs). Ik ben benieuwd naar de pinto (rijst met bonen), want dat heb ik nog steeds niet gegeten en is nochtans super typisch. Een paar dagen geleden at ik ceviche - dat is superverse rauwe vis gedrenkt in citroensap (je moet het een tijd in de koelkast laten ‘koken’ in het sap) met kruiden en rauwe groentjes – en ik kan je zeggen, dat is geen spek voor mijn bek!

Dus, waar was ik gebleven? Na mijn verkenningstocht in San José nam ik de bus richting Turrialba. Een supermooie en golvende rit van twee uur later, werd ik opgepikt aan het busstation door de lieve María, een Costa Ricaanse vriendin van mijn zus:

 

Maria werkt in een onderzoekscentrum met een universiteit voor conservation en development. De organisatie heeft een gemeenschap gecreëerd waar onderzoekers kunnen wonen met hun gezin. Ik heb er vier dagen gewoond en ik kan je zeggen: het is net een sekte temidden van de jungle. De gemeenschap is afgebakend en aan beide ingangen staan bewakers. De organisatie voorziet de bewoners van huizen, auto’s, een tandarts, dokter, gym, zwembad, klein supermarktje, kleuter-, lagere en middelbare school voor de kinderen, … en op vrijdag staat er zelfs een biomarktje. Als dat niet zot is. Het heeft zijn charmes en het is handig dat je in alles voorzien wordt, maar het heeft best wel iets vreemd ook. Afhankelijk van je behoeften vind je het geweldig of net creepy. Daarnaast is het centrum een paradijs - een soort pretpark zelfs - voor groenliefhebbers. Het krioelt er van de biodiversiteit, kei groene en gigaaantische planten en bomen, verschillende kleuren en geuren, er is een zadenbank, een supermooie vijver, …

Hier Maria’s achtertuin (onderhouden door het onderhoudspersoneel weliswaar):

 

Achter dat laag haagje begint de ‘jungle’ met palmbomen, lianen, slangen en zelfs krokodillen in de vijver iets verderop. 's Nachts moet je met een zaklamp buiten, want op zo'n slang wil je niet trappen en ik ben op de oprit een schorpioen tegengekomen.

Het onderzoekscentrum heeft ook een gigantische botanische tuin. Recht uit motorcycle diaries (als je de motor rechts op de baan zou zien tenminste; je kan erop klikken om te vergroten):

Nee, dit is gewoon de botanische tuin. Een motor komt echter wel van pas om je erdoor te verplaatsen.


Turrialba is een vrij klein stadje, maar zoals overal hebben mensen nood aan afleiding en entertainment. Om acht uur ’s avonds zit het al goed vol in de cafés en waar karaoke is, worden er (zonder noodzakelijk dronken te zijn) aan de lopende band liedjes aangevraagd. Oeh yeah, ik heb Bohemian Rhapsody gezongen! ‘k Heb wel op tijd de micro doorgegeven uiteraard, want ik was niet de enige die er volledig van opleefde.

 



Ik weet eigenlijk niet welk park, maar we hebben een superchic natuurpark bezocht in Turrialba. Dat was gewoonweg een sprookjesbos; stel je even Junglebook voor… zo was het net, maar dan in het echt. De foto’s stellen niks voor in verhouding tot het volledig plaatje als je er bent, dus met echt chique natuurfoto’s kan ik jullie tot dusver niet verblijden. Hieronder zie je al wel een overblijfsel van een bouwwerk van een inheemse groep die bestaan heeft nog vóór de Maya’s er waren:


Na een prachtige wandeling en een optreden in de lokale gemeenschap aan het nationaal park, is een pasta pesto bij kaarslicht allicht de ideale afsluiter: 



Van het optreden heb ik geen foto, maar het zag er gewoon uit zoals een gewoon optreden J. Het was best cool, want het was een mix van moderne muziekinstrumenten met inheemse zang dus speciale melodie en gezongen in de eigen taal.


Misschien nog wat weetjes?
Het wc-water staat hier hoger in het toilet dan bij ons (zo ongeveer te midden van de wc-pot) en voor wie moeite had om het te geloven: het water draait hier effectief naar de andere kant wanneer je doorspoelt en het maakt zo’n draaikolk.
Voor de beginnelingen Spaans die naar Latijns-Amerika gaan: hoewel ‘coger’ en ‘tomar’ beide ‘nemen’ betekenen, kan het handig zijn te weten dat ‘coger el coche’ iets heel anders inhoudt dan ‘tomar el coche’. Als je zegt dat je ‘de auto neemt’, kan je beter ‘tomar’ gebruiken, want ‘coger’ is hier ‘nemen’ op een andere manier J. Gelukkig was ik daarop voorbereid tijdens de cursus Spaans en hoefde ik deze beginnersfout niet te maken.
Het dagritme is hier heel aangenaam mede omwille van het aantal uren licht per dag. Doorheen het hele jaar is het ongeveer (het schuift maar met zo’n 20 minuten over een jaar) 12 uur licht en 12 uur donker. Het is licht om 5h30 ’s morgens en weer donker op hetzelfde uur ’s avonds. Voor mij is dat ideaal, want ik slaap nooit lang ’s morgens en eet niet graag superlaat ’s avonds. Doordat je makkelijk al rond 18 of 19h ’s avonds eet (varieert uiteraard afhankelijk van de omstandigheden), ga je ook rond 20h al uit. Vorige vrijdag waren we bijvoorbeeld al om 12h ’s nachts thuis waardoor ik ‘s morgens fris wakker werd. De rest van het gezelschap is nog wel een pak langer gebleven dus wij zijn wel echt vrij vroeg doorgegaan, maar doordat je al vroeg op stap gaat, hoef je niet tot extreem laat te feesten om toch een lange avond gehad te hebben.
En gek maar dat zit hier helemaal niet vol muggen tot dusver. `k Heb nog geen enkele muggenbeet of ben ook nog niet wakker gehouden door zoemende beesten, noch in de stad, noch op het platteland. Zelfs in het nationaal park heeft geen enkele mug me kunnen bijten, maar daar zaten er wel (ik hing gewoon vol repellent).
Oh, en het meest spectaculaire ben ik nog vergeten: we hebben zaterdag een aardbeving met een kracht van 5.9 meegemaakt. Ik heb het niet gevoeld, want we zaten toen in de auto, maar blijkbaar was het echt een 10-tal seconden voelbaar en waren er ook nabevingen. Gelukkig, omdat het epicentrum zich heel diep in de aarde bevond, is er geen schade of zijn er geen gewonden. Het is zelfs in het CNN nieuws gekomen! Omdat Turrialba een vulkaan heeft (vanuit María’s huis kon ik bij helder weer de witte rookwolk uit de berg zien komen), dachten veel mensen in het begin dat het de vulkaan was dus er waren wel wat mensen even bang geweest. Maar die vulkaan is blijkbaar onder constante ‘controle’; hij wordt voortdurend in het oog gehouden door wetenschappers.


Allée, ‘k heb weer heel wat geschreven. Ik bevind me nu in Monte Verde. Maar daarover laat ik jullie nog even op je honger zitten :p.
Bedankt voor het lezen en tot mails!
Groeten van Kaat

vrijdag 8 oktober 2010

3 dagen in Pura Vida country

¡Buenos días y bienvenido!

Waaw, ik ben er nog maar pas en heb al zoveel te vertellen. Ik heb nog niet eens tijd gehad om in mijn dagboek te schrijven, maar 'k zal eerst jullie honger al eens stillen hé :). Ik weet niet goed waar te beginnen, dus ik pak het chronologisch aan.

De vlucht is zoals jullie merken veilig verlopen. Ze voorzien je daar in de lucht wel vaak van de nodige calorieën moet ik zeggen,dus van honger geen sprake. In New York (waar ik moest overstappen) botste ik helaas op de eerste domper. Je moet daar je bagage even ophalen en op een andere band leggen. Ik was blij toen ik mijn goed gevulde rugzak van ver zag aankomen, maar toen ik hem aandeed, merkte ik al snel dat er een grote gesp verloren was van de band die je rond je taille kan doen zodat niet al het gewicht op je schouders terecht komt. Echt balen dus. Ik heb verschillende mensen op de luchthaven aangesproken om te vragen of daar iets aan kon gedaan worden, maar niemand was geïnteresseerd en in geen enkel opzicht bereid me te helpen. Voor mij was het wel echt een probleem, want een rugzak van 18 kilo enkel op je schouders moeten dragen doet je lichaam geen goed. Op zo'n moment durf je wel denken "waar ben ik weer aan begonnen?". Maar goed, ik dacht: "ik ben hier weg bij die Amerikanen, ik pak gewoon een vliegtuig naar Costa Rica!" Als ik mijn volgende vlucht niet wou missen, kon ik ook maar beter verder doen, want ik moest opnieuw door de security check en zo. Aangekomen in Costa Rica had ik intussen al wat tijd gehad om over mijn rugzakprobleem na te denken en begon ik met goede moed aan de reis van de vlieghaven naar het afspraakpunt met mijn eerste 'host' (zo heet dat bij CouchSurfing). Ik moest een bus nemen naar het centrum van San José en dan een taxi naar Curridabat (waar mijn eerst host woont). Dat ging allemaal vlotjes dankzij de hulp van tal van vriendelijke mensen. Een vrouw op de bus ging ook een taxi in dezelfde richting nemen. En het grappige was dat er al een taxi voor ons klaarstond; de chauffeur was namelijk de verloofde van de vriendelijke mevrouw! Ik mocht mee en zo heb ik al direct mijn Spaans kunnen oefenen. Ik moest veel minder betalen dan dat de rit normaal zou kosten en het koppel was heel zorgend. Ik mocht zelfs met hun telefoon naar mijn host bellen omdat ik een uur te vroeg was op de afgesproken plek. Een fruitsapje later werd ik verwelkomd door mijn galante host, Daniel:



Hij hielp mijn bagage dragen, tetterde de hele avond over vanalles en nog wat en liet me guava proeven. Dat is een klein vruchtje dat vrolijk aan de bomen groeit. Zijn lieve ouders kwamen ook ineens kennis maken en nodigden me zelfs uit een beetje langer te blijven als ik wou, want Daniel moest de volgende dag vroeg naar de universiteit. Maar ik was al vroeg wakker (na bijna niet geslapen te hebben van de kou en de opwinding) dus na een goei douchke en ontbijtje (met guava jam) had ik zin om San José te gaan verkennen. Ik kreeg nog het thuisnummer zodat ik steeds kon bellen als er iets was of als ik wou terugkomen. Daniel betaalde mijn busrit en gaf me ook de gegevens van twee vriendinnen van hem waar ik misschien ook wel eens kon gaan slapen :). Om half acht `s morgens stond ik dus al in hartje San José, maar dat geeft niet want alles is dan al open en het krioelt van de mensen. Ik zocht eerst het busstation waar ik ´s avonds de bus naar Turrialba kon nemen zodat ik alvast een ticket kon kopen en mijn bagage kon achterlaten. Het verloop van de dag in San José was zalig, behalve dan dat mijn gezicht nu zo rood ziet als een kreeft. Ik had veel bewolking en regen verwacht dus heb me niet ingesmeerd, maar de zon heeft de hele dag geschenen. Eigen schuld dikke bult. In San José ging ik op zoek naar een telefoonkaart, een bank om mijn dollars in colones te wisselen (tip voor andere Costa Rica reizigers: dollars heb je niet nodig), een fruitsapje, een pleintje om effe wat te chillen, een nieuwe gesp voor mijn rugzak, ... Weer goed Spaans kunnen oefenen dus, want als vreemde in een nieuwe stad moet je alles vragen. De mensen super vriendelijk en de mooie macho mannen kennen hun grenzen tot dusver (wow, de parfums zweven hier vrolijk in het rond!). Ze zijn wel supervriendelijk, maar dringen meestal niet aan en nee is nee (hout vasthouden natuurlijk :p). In de lange zoektocht naar zo´n gesp heeft een man me uiteindelijk tot bij de grote ´hier-hebben-ze-alles-wat-je-elders-niet-vindt`-winkel gebracht. Ik hield me al klaar om hem af te schepen na zijn vriendelijk en tijdsrovend gebaar, maar hij gaf me gewoon een hand en wenste me veel geluk. Da`s echt heel leuk, want altijd moeten afschepen kost veel energie. Een kiekje van de stad:

Echt maf met die bergen op de achtergrond.

Oei, ik heb om 12:00 afgesproken om te lunchen en ik ben nog lang niet klaar met vertellen en heb ook nog foto's. Ik heb nog geen foto's van mezelf, maar om jullie niet teleur te stellen... hier se, net getrokken, ik met mijn tomatenkop:



Meer van dit volgt!
Liefs,
Kaat

PS: Ik wil jullie nog eens expliciet bedanken voor jullie betrokkenheid bij deze reis en intresse in de blog en ook natuurlijk kei hard voor zaterdag. Het feestje was super gezellig, de kaartjes en cadeautjes super lief en jullie berichtjes in het boekje (dat Loes geknutseld heeft) super ontroerend.