woensdag 20 oktober 2010

Resultaat van een week in Monte Verde...


… een job en een appartemeeent!!! Man man, ik kan het nog altijd niet geloven. Wat nu op korte tijd geregeld is, lijkt zo onecht dat ik precies pas gerust zal zijn als ik effectief mijn werkuniform aan heb en in mijn appartement woon. En dat duurt nog een maand, want ik bevind me nu in Arenal tot midden november. ‘k Ga toch proberen erop te vertrouwen dat het echt zal zijn zoals overeengekomen, zodat ik de komende maand op mijn gemak kan focussen op waar ik nu ben.

Dus, hoe het allemaal begonnen is met die job hé… Afgelopen zomer in juli ben ik beginnen zoeken op het internet naar horecazaken die me aanspraken. Mijn absolute nummer één was toen de Tree House in Monte Verde omwille van hun manier van aanpakken en de locatie. Ze hadden ook een webcam in het restaurant waardoor je op de website kon zien hoe het er aan toe ging. http://www.treehouse.cr/ is de website, maar die zijn ze aan het vernieuwen dus nu kan je niks zien. Alleszins, Monte Verde is een ‘must do’ in Costa Rica: adembenemende natuur en gezellige sfeer. Dit klein stadje is dé hotspot voor ecotoerisme (= zowel sociaal als ecologisch verantwoord). Het lijkt slechts een scheet groot (sorry), maar is heel uitgestrekt en daardoor vol verrassingen (een hippe discotheek 3 kilometer weg van het centrum bijvoorbeeld). De Tree House is een restaurant dat gebouwd is rond een vijgenboom; pal in het midden van het restaurant staat een gigantische boom. Waar de boom staat is gewoon geen dak. De rest is wel overdekt. Het is begonnen als internetcafé. Mettertijd begonnen ze te focussen op hun geweldige koffie en nu is het dus een restaurant (je kan ook gewoon iets komen drinken) met gratis Wifi en zelfs een hotel en infocenter aan. De website vond ik zo tof en zo rechttoe rechtaan dat ik wist (of dacht tenminste) dat het echt iets voor mij zou zijn. Ik heb een aantal keer met de baas gemaild en hij zei dat ze een ‘host restaurant’ zochten vanaf december. Hij stelde voor dat ik langs zou komen en dan zouden we het er over hebben. Al die tijd ben ik dus blijven hopen dat ze nog niemand gevonden hadden en dat ze me nog steeds nodig zouden hebben. Af en toe liet ik iets van me horen zodat ze wisten dat ik nog steeds geïnteresseerd was. Ik had wel back-up opties (twee in San José en één op het schiereiland Nicoya), maar Monte Verde en de Tree House waren mijn streefdoel.

Aangekomen in Costa Rica - na één nacht in Curridabat (San José) en vier nachten in Turrialba (bij vriendin van Loes) - was het tijd om te gaan checken of Monte Verde wel effectief iets voor mij zou zijn. De eerste twee nachten bracht ik door bij Rowan & Willy:






Rowan en Willy (ik weet het, op deze foto lijkt hij kei hard op de hofschilder Louis Van Gorp, maar de man op deze foto leeft gelukkig wel nog) wonen op een heuvel in Monte Verde (gehucht) in Monte Verde (ganse regio). Monte Verde bestaat namelijk uit drie ‘gehuchten’, nl Santa Elena (het centrum van de regio Monte Verde), Monte Verde (waar de natuurliefhebbers moeten zijn) en Cerro Plano (tussen beide in). Rowan en Willy vormen een grappig stel en hun cabina (dat is zo’n gezellig houten/stenen vakantiehuisje precies) is mini, gezellig dus wel. Het is een heel alternatief koppel uit Schotland en Australië. Mijn gastvrouw en -heer waren dus geen Tico’s dit keer (een Tico is een Costa Ricaan). Ze noemen zichzelf activisten. Ze waren heel lief en toonden interesse. Tijdens mijn verblijf bij hen heb ik de omgeving geëxploreerd, de sfeer wat opgesnoven om te kijken of Monte Verde iets voor mij is. Rowan en Willy zijn op de hoogte van alle leed dat er bestaat in de wereld dus de gesprekken waren dikwijls nogal taai... bewustzijn is natuurlijk belangrijk, maar na twee dagen ging ik op zoek naar meer evenwicht.


De vier overige nachten in Monte Verde heb ik in een hostel geslapen (nl Casa tranquilo), want in Monte Verde zijn er maar drie CouchSurfers, waarvan ik alleen Rowan en Willy heb weten te bereiken. Monte Verde is wel effectief super toeristisch. Nu is het laagseizoen en heb ik bijna enkel contact gehad met Tico’s, maar het stikt er overduidelijk van de hotels en hostels dus dat belooft voor december! Goed voor mij natuurlijk, want dan hebben ze mij en mijn talenkennis nodig (huhum).


Vrienden heb ik na week in Monte Verde natuurlijk nog niet, maar 'k heb al wel veel telefoonnummers en e-mail adressen van zowel jonge mensen als mensen van middelbare leeftijd. Ik kan er al bij een aantal families terecht als er iets is; goed om te weten. Opvallend is wel dat de telefoonnummers die ik heb van jonge mensen enkel nummers van jongens betreffen. Klinkt misschien leuk, maar ik heb wel echt nood aan voldoende vrouwelijk gezelschap. Iets om aan te werken als ik terug ben in Monte Verde dus.


Ja, ik zie dat ik weeral kei veel heb geschreven dus ik ga niet heel het verhaal doen over mijn aanwerving bij de Tree House en het vinden van ‘mijn’ appartement. Dus kort gezegd: de Tree House rules!!! Ha. Het is een kei tof restaurant, goede sfeer, goede muziek, soms live optredens, iets duurder wel. Echt gericht op Europeaanse en Amerikaanse toeristen. Maar ja, daarom hebben ze dus iemand nodig die ‘vloeiend’ Engels kan. Het leuke is wel dat alle mensen die er werken Tico of Nicaraguaan zijn. Dus dan blijf ik toch in het lokaal gezelschap hé J. Er wordt veel en hard gelachen. De mensen zijn heel lief. We konden goed alle arbeidsvoorwaarden bespreken en dat zit echt goed. Ze volgen netjes de wet en ik verdien kei goed, voor hier wel te verstaan. Naar Costa Ricaanse normen verdien ik hier wat een ‘qualified worker’ eigenlijk ontvangt. Omdat het een iets hippere keet is, kunnen ze hun personeel extra goed onderhouden.
Wat moet ik juist doen? Ik ben ‘host restaurant’. Dit wilt zeggen dat ik vooraan aan de deur moet staan. Neenee, niet mensen ronselen, daarvoor is de Tree House veel te cool ;), maar als mensen beslissen binnen te komen, neem ik hen mee naar boven (het restaurant is boven), geef ik hen een plaats en vertel ik een ober dat er nieuw cliënteel is. Als mensen vragen hebben, probeer ik die natuurlijk ook te beantwoorden. Jaja, ik zal jullie wel eens een foto bezorgen in mijn uniformpje: beige hemd van de zaak met zwarte broek en zwarte schoenen. Ik heb maar één zwarte broek bij dus heb er alvast één extra gekocht. Zwarte schoenen heb ik helemaal niet, dus die moet ik nog gaan kopen als ik terug ben uit Arenal. Ik ben echt een beetje euforisch over die job daar (allée, is natuurlijk gewoon een horecajobke dus zooo geweldig zal dat ook niet zijn, maar het is wel heel de tijd met mensen werken en dat doe ik natuurlijk heel graag), temeer omdat ik zooo hard gehoopt heb om daar aan de slag te kunnen gaan. Bovendien wordt die zaak echt met passie uitgebaat en dat beïnvloedt de werknemers super hard. En Alex, de baas, is zó fier op de koffie dat hij zijn personeel er met veel plezier heel wat tijd in laat steken. Een kopje koffie in de Tree House ziet er onder andere zo uit:



Volgens Alex is dit de beste van de beste koffie. Hij gaat die speciaal ergens in de buurt van San José halen. Hij zegt dat je deze koffie nergens anders in Costa Rica vindt. Ze roosteren en malen de bonen ook zelf. De eerste keer dat ik met Alex in de Tree House had afgesproken, wou hij per se dat ik zijn koffie proefde. Dus oké, ik nam een kopje koffie (eigenlijk tegen mijn zin, want ik had net mijn tanden gepoetst :p). De koffie is inderdaad echt goed. En Alex glunderde van trots toen hij zag hoe blij verrast ik was omwille van het berengezichtje dat in de melk getekend was (ze maken ook vlinders, kattengezichtjes, zonnetjes, hondjes, …). Ik denk wel dat je koffie mét melk moet bestellen om dat zo te krijgen. 


Maar het gekste van al moet nog komen. Allée, voor jullie is het moeilijk om je daar iets bij voor te stellen, maar het appartement waar ik ga intrekken, is echt bangelijk. Dít appartement is maar voor een maand. Daarna verhuis ik normaal op dezelfde plek bij dezelfde huisbaas naar een nieuwe kleinere cabina, maar die is nog onder constructie dus ik heb nog niet kunnen zien hoe het zal worden. Als me dat bevalt, blijf ik dus bij diezelfde eigenaar. Zoniet, ga ik op zoek naar iets nieuw. Maar dus wat ik nu heb, is echt geweldig. Ik heb voordien 'alle' mogelijke soorten kamers, appartementen en cabinas gezien van alle soorten prijzen. En chance dat ik zo heb doorgezet in mijn zoektocht, want er zijn kleine oude stinkende kamers voor zowel veel als weinig geld en anderzijds zijn er dingen die beter onderhouden en mooier zijn met meer luxe eveneens voor zowel veel als weinig geld. Ik wist dus dat het mogelijk moest zijn om iets te vinden voor een goede prijs van goede kwaliteit. Wat ik nu heb, kost een derde van mijn loon, wat volgens mij goed is. En het is perfect gelegen, namelijk in Cerro Plano. Zo’n 20 minuten te voet naar het centrum en 25 minuten terug naar huis (want terug naar huis is naar boven). Dit is perfect omdat dat best een gezellige buurt is en mooi tussen Santa Elena centro en de jungle van Monte Verde gelegen is. Ik heb alvast de deposit betaald en het staat op papier zodat het zeker op me staat te wachten als ik terugkom. Ik mag daar blijven voor de rest van mijn verblijf, maar dus normaal verhuis ik na een maand wel naar die andere cabina (ik denk dat dat eerder zo een gezellig houten vakantiehuisje zal zijn). Het appartement is alles erop en eraan; water, electriciteit en wifi inclusief. Volledig bemeubeld en er kunnen makkelijk nog mensen bij. Er kunnen zelfs extra mensen slapen!! In feite is het een vakantiewoning. Als je binnenkomt, kom je precies in een loft terecht. Het is een grote living met meubels en zelfs tv en een keukenblad met lavabo en frigo. Geen kookvuur, maar heb ik niet nodig, want eet toch zes dagen in Tree House. Waterkokertje schaf ik mezelf dan wel aan. Naast kitchenette is een aparte toilet. Van de living kan je in de slaapkamer met een eenpersoons- én tweepersoonsbed en van de slaapkamer kan je naar het badkamertje met toilet, lavabo en douche. Elke kamer heeft ramen dus veel natuurlijk licht. Maar nu komt het pas: de woonkamer (met die kitchenette) heeft een schuifraam in de volledige breedte en hoogte van de ruimte én het overdekt balkon loopt zowel langs de volledige breedte als diepte van de ruimte. Én de tuin is de jungle met apen en zo! (weet ik via vriendin van iemand die er al een maand verbleven heeft) Echt de jungle. Goed dus, dan moet ik die al niet onderhouden :). Mijn balkon loopt uit op de kruinen van de bomen en de hoge planten (de voordeur is wel op gelijkvloers, maar de achterkant is in de bomen dus op eerste verdieping). Ik weet dat dit heel materialistisch klinkt, maar in zoiets zalig wonen doet volgens mij wel veel aan je welzijn, met die ramen en planten. Je kan in iets heel klein met weinig lucht en zuurstof terechtkomen en da’s niet gezond (not for the mind, not for the body). Ik denk dat ik vooral zo euforisch ben en het nog moeilijk kan vatten omdat ik vééél minder verwacht had. Als toekomstige serveuse in een ontwikkelingsland durfde ik op financieel en materialistisch gebied niet te veel verwachten. ’t Is ook wel een hele ontlading dat dit nu allemaal geregeld is, want amai, ik kan je zeggen, zo die 'grote mensen beslissingen' alleen moeten nemen en op korte tijd, da's niet simpel. Is soms gewoon knopen doorhakken en kort op de bal spelen bij het onderhandelen want als je blijft dralen, mis je ook kansen. Ik heb me voor ik naar Costa Rica kwam en de eerste dagen hier in het land wel grondig geïnformeerd over wat ik van loon, huur en ander levensonderhoud kon verwachten. Nu voel ik me wel opgelucht dat het tot dusver lukt, maar ik moet nog wel een beetje dat ‘eerst zien en daarna geloven’-gevoel weg zien te werken zodat ik voluit van mijn tijd in Arenal kan genieten.

Ook ideaal trouwens aan de locatie van mijn ‘toekomstige woonst’ hier in Costa Rica is dat ik geen fiets, auto of bus nodig zal hebben. Daarmee spaar ik immers heel wat uit. Op deze heuvel staat het vakantiehuis waarin ik mijn intrek ga nemen se:

Als ik op stap ga, zal ik wel een taxi nemen om naar huis te gaan, dat kost toch niet veel voor dat stukje. Ik denk dat ik er met 500colones wel vanaf kom, da’s ongeveer 1 dollar. Dat is hier ook grappig he, die wisselkoers. De waarde van de dollar verandert elke dag. Het gemiddelde is 550 colones per dollar. Ik reken voor mezelf altijd 500 colones per dollar, dan is het altijd minder duur dan dat je rekent. En omgekeerd werkt dat ook heel goed, want als je ergens komt waar de prijzen in dollar zijn aangegeven, kan je met colones betalen (ik heb zelf geen dollars) en zeggen dat je akkoord gaat met de prijs als ze per dollar 500 colones rekenen (ipv 550 of meer) (dat zijn altijd toeristische organisaties dus je kan hen daar niet mee in het zak zetten, maar zelf spaar je daar wel mee uit).
Monte Verde is trouwens een duurdere regio omdat het zo toeristisch is. Je vindt hier wel alles! 

Het kan trouwens echt super hard waaien in Monte Verde. Het is dan ook gelegen op een berg natuurlijk. Als het hard waait en ik ga lopen, is het zelfs oppassen geblazen, want op het moment dat je met twee benen in de lucht bent, kan je weggeduwd worden door de wind. De foto zegt niet veel, maar dit is één van de uitzichten als ik er ga lopen:

Spijtig dat het zo bewolkt was toen ik deze foto trok, want achter die wolken zijn nog bergen. Ook spijtig van de kleuren op de foto’s, want in het echt is dat een stuk feller.

Ah, en feestgewijs heb ik na zingen nu ook leren dansen! Salsa en merengue dat de stukken eraf vliegen! Wow, die gasten hier kunnen er wat van. Als ik thuiskom, hoef ik vast geen lessen te volgen, want de beste school vind je hier op de dansvloer. Het is super leuk. We waren in een danscafé en vanaf 22 à 23h was de dansvloer non-stop gevuld. Jongens komen meisjes gewoon vragen. Hoe show is dat?! Op een gegeven moment ging er een gast me het leren en amai, die bleef maar doorgaan, lied na lied, we veroverden daar toch wel netjes de dansvloer. Bepaald opzwepend kan ik wel zeggen (maar geen zorgen, die kerel was te klein voor mij :p).


Ondertussen ben ik dus aangekomen op Rancho Margot in Arenal. Rancho Margot is een self sufficent farm met hotel in het regenwoud bij de vulkaan Arenal (http://ranchomargot.org/). De farm is gekoppeld aan Earth University. Earth is een baanbrekende universiteit in Costa Rica voor verantwoorde landbouw. Je kan als vrijwilliger bij Rancho Margot aan de slag voor kost en inwoon, dat doe ik dus nu. Er werken ongeveer 45 Tico’s. Omdat dit project antropologisch ook interessant is en ik mij in een aantal papers verdiept heb in de principes waarop het project gestoeld is, heb ik deze maand vrijwilligerswerk door de RVA kunnen laten erkennen als opleiding/stage. Leuk, want staat weer mooi op mijn CV.

Zo se, om af te sluiten... ik heb weer geen foto van mezelf deze week, dus hier een cadeautje van mijnentwege, getrokken met mijn webcam in mijn kamer in Casa tranquilo (Monte Verde):




iHasta luego!
Saludos de Kaat

woensdag 13 oktober 2010

Verslag over Turrialba

Ja wadde, 't is me wat dat land hier. 't Is echt prachtig. Alles is super groen nu omdat het regenseizoen is en tegelijk is het lekker warm. De ideale herfst dus. Vandaag was het nogal felle zon, maar af en toe kreeg ik wat verfrissing uit de hemel. Dat deed deugd. Naar het schijnt heeft het voor ik kwam meer geregend en is het nu wat droger, dus de echte doop in het regenseizoen staat me waarschijnlijk nog te wachten…
De mensen zijn tot dusver super vriendelijk, wat voor mij echt heel veel waard is. Mensen wuiven zelfs als ze je tegenkomen. Niet in het dorp of de stad waar het druk is natuurlijk, maar als je ergens vrij alleen wandelt en je komt iemand tegen, dan wuiven ze vaak.
Wat betreft exotische kost heb ik al dagelijks papaya gegeten, cas gedronken (sap van een soort zoet broertje van de guava) en granadilla opgeslurpt (soort passievrucht, maar zoeter en sappiger). Ze maken hier soms heel gekke combinaties die overheerlijk zijn zoals tortillas met papaya (Latijns-Amerikaanse tortilla natuurlijk, dus geen ei, maar wel een soort pannenkoek gemaakt van maïs). Ik ben benieuwd naar de pinto (rijst met bonen), want dat heb ik nog steeds niet gegeten en is nochtans super typisch. Een paar dagen geleden at ik ceviche - dat is superverse rauwe vis gedrenkt in citroensap (je moet het een tijd in de koelkast laten ‘koken’ in het sap) met kruiden en rauwe groentjes – en ik kan je zeggen, dat is geen spek voor mijn bek!

Dus, waar was ik gebleven? Na mijn verkenningstocht in San José nam ik de bus richting Turrialba. Een supermooie en golvende rit van twee uur later, werd ik opgepikt aan het busstation door de lieve María, een Costa Ricaanse vriendin van mijn zus:

 

Maria werkt in een onderzoekscentrum met een universiteit voor conservation en development. De organisatie heeft een gemeenschap gecreëerd waar onderzoekers kunnen wonen met hun gezin. Ik heb er vier dagen gewoond en ik kan je zeggen: het is net een sekte temidden van de jungle. De gemeenschap is afgebakend en aan beide ingangen staan bewakers. De organisatie voorziet de bewoners van huizen, auto’s, een tandarts, dokter, gym, zwembad, klein supermarktje, kleuter-, lagere en middelbare school voor de kinderen, … en op vrijdag staat er zelfs een biomarktje. Als dat niet zot is. Het heeft zijn charmes en het is handig dat je in alles voorzien wordt, maar het heeft best wel iets vreemd ook. Afhankelijk van je behoeften vind je het geweldig of net creepy. Daarnaast is het centrum een paradijs - een soort pretpark zelfs - voor groenliefhebbers. Het krioelt er van de biodiversiteit, kei groene en gigaaantische planten en bomen, verschillende kleuren en geuren, er is een zadenbank, een supermooie vijver, …

Hier Maria’s achtertuin (onderhouden door het onderhoudspersoneel weliswaar):

 

Achter dat laag haagje begint de ‘jungle’ met palmbomen, lianen, slangen en zelfs krokodillen in de vijver iets verderop. 's Nachts moet je met een zaklamp buiten, want op zo'n slang wil je niet trappen en ik ben op de oprit een schorpioen tegengekomen.

Het onderzoekscentrum heeft ook een gigantische botanische tuin. Recht uit motorcycle diaries (als je de motor rechts op de baan zou zien tenminste; je kan erop klikken om te vergroten):

Nee, dit is gewoon de botanische tuin. Een motor komt echter wel van pas om je erdoor te verplaatsen.


Turrialba is een vrij klein stadje, maar zoals overal hebben mensen nood aan afleiding en entertainment. Om acht uur ’s avonds zit het al goed vol in de cafés en waar karaoke is, worden er (zonder noodzakelijk dronken te zijn) aan de lopende band liedjes aangevraagd. Oeh yeah, ik heb Bohemian Rhapsody gezongen! ‘k Heb wel op tijd de micro doorgegeven uiteraard, want ik was niet de enige die er volledig van opleefde.

 



Ik weet eigenlijk niet welk park, maar we hebben een superchic natuurpark bezocht in Turrialba. Dat was gewoonweg een sprookjesbos; stel je even Junglebook voor… zo was het net, maar dan in het echt. De foto’s stellen niks voor in verhouding tot het volledig plaatje als je er bent, dus met echt chique natuurfoto’s kan ik jullie tot dusver niet verblijden. Hieronder zie je al wel een overblijfsel van een bouwwerk van een inheemse groep die bestaan heeft nog vóór de Maya’s er waren:


Na een prachtige wandeling en een optreden in de lokale gemeenschap aan het nationaal park, is een pasta pesto bij kaarslicht allicht de ideale afsluiter: 



Van het optreden heb ik geen foto, maar het zag er gewoon uit zoals een gewoon optreden J. Het was best cool, want het was een mix van moderne muziekinstrumenten met inheemse zang dus speciale melodie en gezongen in de eigen taal.


Misschien nog wat weetjes?
Het wc-water staat hier hoger in het toilet dan bij ons (zo ongeveer te midden van de wc-pot) en voor wie moeite had om het te geloven: het water draait hier effectief naar de andere kant wanneer je doorspoelt en het maakt zo’n draaikolk.
Voor de beginnelingen Spaans die naar Latijns-Amerika gaan: hoewel ‘coger’ en ‘tomar’ beide ‘nemen’ betekenen, kan het handig zijn te weten dat ‘coger el coche’ iets heel anders inhoudt dan ‘tomar el coche’. Als je zegt dat je ‘de auto neemt’, kan je beter ‘tomar’ gebruiken, want ‘coger’ is hier ‘nemen’ op een andere manier J. Gelukkig was ik daarop voorbereid tijdens de cursus Spaans en hoefde ik deze beginnersfout niet te maken.
Het dagritme is hier heel aangenaam mede omwille van het aantal uren licht per dag. Doorheen het hele jaar is het ongeveer (het schuift maar met zo’n 20 minuten over een jaar) 12 uur licht en 12 uur donker. Het is licht om 5h30 ’s morgens en weer donker op hetzelfde uur ’s avonds. Voor mij is dat ideaal, want ik slaap nooit lang ’s morgens en eet niet graag superlaat ’s avonds. Doordat je makkelijk al rond 18 of 19h ’s avonds eet (varieert uiteraard afhankelijk van de omstandigheden), ga je ook rond 20h al uit. Vorige vrijdag waren we bijvoorbeeld al om 12h ’s nachts thuis waardoor ik ‘s morgens fris wakker werd. De rest van het gezelschap is nog wel een pak langer gebleven dus wij zijn wel echt vrij vroeg doorgegaan, maar doordat je al vroeg op stap gaat, hoef je niet tot extreem laat te feesten om toch een lange avond gehad te hebben.
En gek maar dat zit hier helemaal niet vol muggen tot dusver. `k Heb nog geen enkele muggenbeet of ben ook nog niet wakker gehouden door zoemende beesten, noch in de stad, noch op het platteland. Zelfs in het nationaal park heeft geen enkele mug me kunnen bijten, maar daar zaten er wel (ik hing gewoon vol repellent).
Oh, en het meest spectaculaire ben ik nog vergeten: we hebben zaterdag een aardbeving met een kracht van 5.9 meegemaakt. Ik heb het niet gevoeld, want we zaten toen in de auto, maar blijkbaar was het echt een 10-tal seconden voelbaar en waren er ook nabevingen. Gelukkig, omdat het epicentrum zich heel diep in de aarde bevond, is er geen schade of zijn er geen gewonden. Het is zelfs in het CNN nieuws gekomen! Omdat Turrialba een vulkaan heeft (vanuit María’s huis kon ik bij helder weer de witte rookwolk uit de berg zien komen), dachten veel mensen in het begin dat het de vulkaan was dus er waren wel wat mensen even bang geweest. Maar die vulkaan is blijkbaar onder constante ‘controle’; hij wordt voortdurend in het oog gehouden door wetenschappers.


Allée, ‘k heb weer heel wat geschreven. Ik bevind me nu in Monte Verde. Maar daarover laat ik jullie nog even op je honger zitten :p.
Bedankt voor het lezen en tot mails!
Groeten van Kaat

vrijdag 8 oktober 2010

3 dagen in Pura Vida country

¡Buenos días y bienvenido!

Waaw, ik ben er nog maar pas en heb al zoveel te vertellen. Ik heb nog niet eens tijd gehad om in mijn dagboek te schrijven, maar 'k zal eerst jullie honger al eens stillen hé :). Ik weet niet goed waar te beginnen, dus ik pak het chronologisch aan.

De vlucht is zoals jullie merken veilig verlopen. Ze voorzien je daar in de lucht wel vaak van de nodige calorieën moet ik zeggen,dus van honger geen sprake. In New York (waar ik moest overstappen) botste ik helaas op de eerste domper. Je moet daar je bagage even ophalen en op een andere band leggen. Ik was blij toen ik mijn goed gevulde rugzak van ver zag aankomen, maar toen ik hem aandeed, merkte ik al snel dat er een grote gesp verloren was van de band die je rond je taille kan doen zodat niet al het gewicht op je schouders terecht komt. Echt balen dus. Ik heb verschillende mensen op de luchthaven aangesproken om te vragen of daar iets aan kon gedaan worden, maar niemand was geïnteresseerd en in geen enkel opzicht bereid me te helpen. Voor mij was het wel echt een probleem, want een rugzak van 18 kilo enkel op je schouders moeten dragen doet je lichaam geen goed. Op zo'n moment durf je wel denken "waar ben ik weer aan begonnen?". Maar goed, ik dacht: "ik ben hier weg bij die Amerikanen, ik pak gewoon een vliegtuig naar Costa Rica!" Als ik mijn volgende vlucht niet wou missen, kon ik ook maar beter verder doen, want ik moest opnieuw door de security check en zo. Aangekomen in Costa Rica had ik intussen al wat tijd gehad om over mijn rugzakprobleem na te denken en begon ik met goede moed aan de reis van de vlieghaven naar het afspraakpunt met mijn eerste 'host' (zo heet dat bij CouchSurfing). Ik moest een bus nemen naar het centrum van San José en dan een taxi naar Curridabat (waar mijn eerst host woont). Dat ging allemaal vlotjes dankzij de hulp van tal van vriendelijke mensen. Een vrouw op de bus ging ook een taxi in dezelfde richting nemen. En het grappige was dat er al een taxi voor ons klaarstond; de chauffeur was namelijk de verloofde van de vriendelijke mevrouw! Ik mocht mee en zo heb ik al direct mijn Spaans kunnen oefenen. Ik moest veel minder betalen dan dat de rit normaal zou kosten en het koppel was heel zorgend. Ik mocht zelfs met hun telefoon naar mijn host bellen omdat ik een uur te vroeg was op de afgesproken plek. Een fruitsapje later werd ik verwelkomd door mijn galante host, Daniel:



Hij hielp mijn bagage dragen, tetterde de hele avond over vanalles en nog wat en liet me guava proeven. Dat is een klein vruchtje dat vrolijk aan de bomen groeit. Zijn lieve ouders kwamen ook ineens kennis maken en nodigden me zelfs uit een beetje langer te blijven als ik wou, want Daniel moest de volgende dag vroeg naar de universiteit. Maar ik was al vroeg wakker (na bijna niet geslapen te hebben van de kou en de opwinding) dus na een goei douchke en ontbijtje (met guava jam) had ik zin om San José te gaan verkennen. Ik kreeg nog het thuisnummer zodat ik steeds kon bellen als er iets was of als ik wou terugkomen. Daniel betaalde mijn busrit en gaf me ook de gegevens van twee vriendinnen van hem waar ik misschien ook wel eens kon gaan slapen :). Om half acht `s morgens stond ik dus al in hartje San José, maar dat geeft niet want alles is dan al open en het krioelt van de mensen. Ik zocht eerst het busstation waar ik ´s avonds de bus naar Turrialba kon nemen zodat ik alvast een ticket kon kopen en mijn bagage kon achterlaten. Het verloop van de dag in San José was zalig, behalve dan dat mijn gezicht nu zo rood ziet als een kreeft. Ik had veel bewolking en regen verwacht dus heb me niet ingesmeerd, maar de zon heeft de hele dag geschenen. Eigen schuld dikke bult. In San José ging ik op zoek naar een telefoonkaart, een bank om mijn dollars in colones te wisselen (tip voor andere Costa Rica reizigers: dollars heb je niet nodig), een fruitsapje, een pleintje om effe wat te chillen, een nieuwe gesp voor mijn rugzak, ... Weer goed Spaans kunnen oefenen dus, want als vreemde in een nieuwe stad moet je alles vragen. De mensen super vriendelijk en de mooie macho mannen kennen hun grenzen tot dusver (wow, de parfums zweven hier vrolijk in het rond!). Ze zijn wel supervriendelijk, maar dringen meestal niet aan en nee is nee (hout vasthouden natuurlijk :p). In de lange zoektocht naar zo´n gesp heeft een man me uiteindelijk tot bij de grote ´hier-hebben-ze-alles-wat-je-elders-niet-vindt`-winkel gebracht. Ik hield me al klaar om hem af te schepen na zijn vriendelijk en tijdsrovend gebaar, maar hij gaf me gewoon een hand en wenste me veel geluk. Da`s echt heel leuk, want altijd moeten afschepen kost veel energie. Een kiekje van de stad:

Echt maf met die bergen op de achtergrond.

Oei, ik heb om 12:00 afgesproken om te lunchen en ik ben nog lang niet klaar met vertellen en heb ook nog foto's. Ik heb nog geen foto's van mezelf, maar om jullie niet teleur te stellen... hier se, net getrokken, ik met mijn tomatenkop:



Meer van dit volgt!
Liefs,
Kaat

PS: Ik wil jullie nog eens expliciet bedanken voor jullie betrokkenheid bij deze reis en intresse in de blog en ook natuurlijk kei hard voor zaterdag. Het feestje was super gezellig, de kaartjes en cadeautjes super lief en jullie berichtjes in het boekje (dat Loes geknutseld heeft) super ontroerend.

dinsdag 5 oktober 2010

Bijna weg...

Beste vrienden en familieleden,

Morgenvroeg (woensdag 6 oktober) begint mijn avontuur van negen maanden in Costa Rica. Ik neem hier het vliegtuig om 10h in Zaventem en land om 18h30 in San José, de hoofdstad van Costa Rica. Het uurverschil bedraagt ongeveer 8 uur als het zomeruur is bij ons; tijdens de wintertijd wordt dat 7 uur. Ik kom aan te midden van het regenseizoen of 'green season'. December t.e.m april is het droge seizoen.

Morgenavond logeer ik in San José bij een jonge student. Hij kickt me weliswaar de volgende dag om 07h30 's morgens reeds buiten, want hij vertrekt vroeg naar school en kan me slechts één nacht 'hosten'. Het voordeel is dat ik dan een lange dag rustig kan doorbrengen in de stad. Tegen het vallen van de avond neem ik de bus richting Turrialba waar een vriendin van mijn zus woont. Ze zal me donderdag en het komende weekend opvangen. Daarna vertrek ik al naar Monte Verde om bij een koppel in het centrum van het stadje (bekend voor haar prachtig rain en cloud forest) te verblijven. In Monte Verde blijf ik ongeveer een week om te bekijken of het me daar bevalt. Zoja, dan probeer ik er een job te vinden. In het weekend vertrek ik alweer naar Arenal waar ik een maand vrijwilligerwerk ga doen. Voor meer info over het paradijs waar ik die maand ga verblijven, kijk op http://ranchomargot.org/. Na vier weken op deze ecoranch keer ik terug naar Monte Verde óf ga ik ineens helemaal naar het schiereiland Nicoya aan de westkust. In het stadje Santa Teresa kan ik sowieso beginnen werken via Belgen die ik ken via andere Belgen die ik ken via nóg andere Belgen :).


Je leest het, ik ben wel enigszins voorbereid maar het blijft superspannend. One day at a time dus...

Ik probeer regelmatig een bericht op deze blog te posten met foto's. En zoals altijd: wie me een mailtje stuurt, krijgt er eentje terug :).

Allée, nu ga'k mijn benen epileren.
Adiós!
Kaat